Werkgeversvoorman Hans de Boer haalde deze week het ouderwetse woord labbekak uit het stof. Er ontstond een run op de internetsite etymologiebank.nl, want lang niet iedereen wist wat het woord betekende. Ik schreef voor mijn vaste rubriek op zaterdag deze column erover. Maar daar gaat deze blogpost eigenlijk niet over.
Sinds een jaar over twee schrijf ik wekelijks in de rubriek #retrowoord over woorden die in de vergetelheid dreigen te geraken. Het meest opmerkelijke is dat ik als journalist bijna wekelijks mail van lezers krijg over deze rubriek. Vooral van mensen, die retrowoorden aandragen voor de rubriek en daar vaak ook een persoonlijk verhaal bij mailen. Heel erg leuk!
Ik vraag me altijd waf: waarom roept deze rubriek zoveel reacties op? Okee, mijn emailadres bij de krant staat steevast in het kader. Dat maakt het makkelijk voor mensen om te reageren. Maar die contactmogelijkheid staat ook bij de meeste van mijn andere artikelen. Waarom dan toch al die brieven over deze rubriek en niet over de andere artikelen?
Ik denk dat oudere mensen het leuk vinden om dingen over onze taal te lezen. De rubriek staat in onze papieren krant en die wordt vooral gelezen door mensen van mijn leeftijd en ouder. Misschien is het een hang naar nostalgie. Naar iets anders dan nieuws, dat meestal negatief is. Of zouden er nog andere redenen zijn?
Ik heb inmiddels meer dan honderd woorden in de rubriek behandeld. Het is elke week weer even zoeken naar een retrowoord. Vaak probeer ik een link met de actualiteit te vinden. Mocht jij nou ook een retrowoord kennen, deel het gerust hier. Misschien heb ik het nog niet in mijn rubriek gehad.