Opeens zag ik Facebook veranderen. Veel profielfoto’s werden bedekt door een Franse vlag. Het straalde eenheid uit. Ik twijfelde. Binnen een paar seconden zou ik het ook op mijn profiel kunnen zetten. Ik deed het niet.
Eerder kende ik die twijfel al. Dat was na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo. Ik voel me als journalist verbonden met journalisten die tijdens het uitoefenen van hun werk vermoord worden. En toch heb ik er toen ook voor gekozen om mijn profielfoto niet te veranderen in ‘Je suis Charlie’. Want het ging om een paar journalisten in een land dichtbij, maar jaarlijks sterven er velen ver weg tijdens het uitoefenen van hun beroep.
Ik snap de goede bedoelingen. Daar doe ik niets aan af. Mensen voelen zich machteloos en willen laten zien dat ze meeleven. Hetzelfde geldt voor gebruik maken van de #prayforparis . Hoe zinvol/troostrijk ik in mijn persoonlijke leven het gebed ook ervaar, ik kan het niet onder een tweet zetten. Want het is zo beperkt. Ik wil ook voor #Beirut en al die andere plaatsen bidden.
De dag voor de aanslag in Parijs was er een aanslag in Beirut. Daar kwamen 41 mensen bij om het leven. Maar toen kwam er geen beweging op gang om #prayforbeirut op te zetten of een Libanese vlag op de profiel foto te zetten. Ook na de terreuraanslag op het Russische vliegtuig kwam zoiets niet op gang. En ook niet toen steden als Aleppo en Homs in puin werden geschoten en onschuldige mensen daarbij de dood vonden.
We zijn selectief in ons meeleven. Het lijkt erop alsof we alleen geraakt worden als het onszelf had kunnen raken. Een aanslag in Beirut is ‘ver van ons bed’. Parijs, de lichtstad, is zoveel dichterbij. Frankrijk is ons vakantieland en Parijs associëren we met het vrolijke Franse leven. Dat raakt ons. Bovendien haakt het ook aan onze angst. Want waarom zou er morgen geen aanslag in ons land kunnen plaatsvinden?
Van een vluchtelinge uit de noodopvang hoorde ik verhalen over het leven in een land in oorlog. Over de angst. Over de neven, die nooit meer uit de oorlog kwamen. Door de pijn in haar ogen ontdekte ik weer een keer dat er zoveel leed is, waar je aan voorbij loopt. Ik weet dat ik al het leed van de wereld niet op mijn schouders kan nemen. Maar ik schaam me wel. Dat ik al 48 uur in de ban van de aanslagen in Parijs kan zijn, en dat al die andere aanslagen en oorlogshandelingen zo makkelijk langs me heen gaan.