Journalist. En vogelvrij.
Onder die kop publiceerde ik vorig jaar een column in de krant, waarvoor ik werk. De aanleiding was de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo. De afgelopen tijd heb ik wel vaker over de risico’s van het journalistieke vak geschreven. En nog steeds zeg ik: Ik ben Charlie niet. En ik ben Ruqia Hassan ook niet . Zij schreef over het leven in Raqqa en werd door Daesh (Isis) vermoord. Maar soms komt het gevoelsmatig allemaal dichtbij. Zo ook januari 2015. Hierbij mijn column van toen.
Gisteren was een vreemde dag op de krant. Iedereen was geraakt door de gebeurtenissen in Parijs. Toen ik naar de redactie reed, drong het opeens tot me door. Ook ik ben journalist. Ook ik ben vogelvrij.
Iedere gek die het niet met een artikel van je eens is, zou je kunnen neerknallen. Toen ik bij de redactie aankwam, stopte er net een zwart busje voor het gebouw. Een man met een doos in zijn handen stapte uit. Het zal toch niet, schoot door me heen.
Natuurlijk niet!
Op de redactie hebben we wel een veiligheidsmaatregel genomen. Mensen konden altijd zo onze redactievloer oplopen. Dat kan vanaf nu niet meer. De deur zit dicht, er moet aangebeld worden. Dat voelt goed.
Tegelijkertijd denk ik aan al die collega’s wereldwijd die wel in angst (moeten) zitten na de publicatie van hun artikelen. En die zo dapper zijn om door te gaan. Omdat ze tegen onrecht strijden, omdat ze de onderste steen boven willen hebben om de waarheid te vertellen.
Ik ben Charlie niet. Ik ben Petra. Gisteren voelde ik dat ik niet zomaar een beroep heb. Ik ben voor mijn werk in oorlogsgebieden geweest, heb in de schuilkelder gezeten. Maar nooit heb ik erbij stilgestaan, dat ik ooit wellicht onder mijn veilige bureau zal moeten duiken.