We maken sinds kort deel uit van een bijzondere gemeenschap. Een geheim genootschap. Met een eigen code. Niemand had me ooit verteld dat die bestond. Maar we rijden Helsinki nog maar net uit met onze gehuurde camper of we komen het eerste lid van de orde der globetrotters tegen. Hij komt ons tegemoet. In een voertuig dat verdraaid veel op het onze lijkt. En net op tijd zie ik dat hij het officiele herkenningsteken gebruikt. Zijn ene hand laat het stuur los en…. Hij zwaait.
De hele weg naar de Noordkaap – zo’n vijftienhonderd kilometer – komen we soortgenoten tegen. En op de het uiterste puntje van Europa blijken we dan zonder afspraak onze ultieme genootschapsontmoeting te hebben. Wat een campers op de parkeerplaats daar! Maar dan opeens is er ook iets van vervreemding. Want wie gaat er nou op een parkeerplaats met zo’n honderd campers doen alsof je op een camping staat? Maar ze zijn er: de mensen van wij zetten gewoon onze kampeerstoelen en –tafel breed uit en we gaan ook nog in het zicht van iedereen lekker barbecueën.
Maar het vreemdste schijnt te gebeuren als het personeel van de Noordkaap-gebouwen het terrein heeft verlaten. Dan halen de globetrotters de enorme keien die er voor de toegangsweg naar de wereldberoemde globe op de uiterste punt liggen, weg. En parkeren ze hun camper pontificaal op die plek voor een ‘unieke’ fotosessie. We hebben het schouwspel maar niet afgewacht. Een paar kilometer van de commerciele Noordkaap ligt echt het uiterste stukje van Europa. Vlak daarbij is een parkeerplaats. Een onontdekt plekje waar maar twee andere campers staan. We zetten de onze erbij. Afstand nemen van de groep waar we tegen wil en dank bij zijn komen te horen, voelt wel even goed.